De Ortovaar
(Lacertarum Octopedibus Campina)

De ontdekking
Aanwijzingen
Dr. Th v/d Plas
De verborgene
Bijgeloof
De verhalen
T
T
T
T


Een resumé van de verdere notities van Dr. Th. v/d Plas


De Kempische Ortovaar (Lacertarum Octopedibus Campina) behoort tot de orde der amfibieën en is de enige nog in leven zijnde familie van de Ortovaren.
In 1897 is de Ortovaar opgetekend als zijnde uitgestorven doch in 1958 zijn er enkele exemplaren van de Kempische Ortovaar gezien rondom het stroomgebied van de Reusel in de omgeving van Diessen (N-Br.)
Deze ontdekking leidde tot grote opwinding onder biologen en specialisten die eindelijk het bestaan van dit achtpotige diertje konden bewijzen. Aangezien het bestaan van de Ortovaar door een zwaar bijgeloof wordt verzwegen is het erg moeilijk om aan (bewezen) feiten te  komen er waren echter al wel aanwijzingen.
De onderzoekers waren tot nu toe aangewezen tot het bestuderen van de weinige bekende afbeeldingen (*1) teksten (*2) en restanten (*3)


*1 In de kunsten komen meerdere Ortovaren voor, vaak zijn ze echter door bijgeloof later verwijderd.

Bij de houtsnede “De vier ruiters van de apocalyps” van Albrecht Dürer zit in sommige drukken van de vier ruiters rechts naast het signatuur een Ortovaar (niet in alle drukken dus is de Ortovaar op enig moment ook van de houtsnede zelf verwijderd).

In het schilderij “De Dulle Griet” van Pieter Breugel de Oude zit er een ogenschijnlijke Ortovaar tussen de voeten van Griet, het is enigszins onduidelijk om welke variant het gaat.

In de "De Tuin der Lusten" van Jeroen Bosch blijkt (na Röntgenonderzoek) dat de kat linksonder in het linker paneel een Ortovaar te pakken heeft in plaats van een muis.


*2 Teksten zijn slechts sporadisch te vinden,

Een van de weinig gevonden geschriften is een fragment van een volksvertelling over Petrus de Korte die (waarschijnlijk in meerdere varianten) in de westelijke Kempenzoom rondging.

*3 Naast een paar skeletdelen is er in de jaren "20 in Cadier en Keer (Limburg) een fossiel gevonden van een Ortovaar-achtige.

Hoofdstuk 5